Op 6 juli vond de behandeling van de kadernota plaats in de Veense gemeenteraad. Hier vindt u de tekst die bij de algemene beschouwingen is uitgesproken door Kees Oskam, het GroenLinks raadslid.

~~

Geen nieuws in kadernota



Als laatste in de rij mag nu ook de fractie van GroenLinks zijn algemene beschouwingen uitspreken. Ik weet dat het laat wordt, maar ik hoop nog enkele minuten uw aandacht vast te kunnen houden.



De behandeling van de kadernota is normaal gesproken het hoogtepunt van het politieke jaar in Veenendaal. Net als bij Prinsjesdag in Den Haag worden de plannen voor het nieuwe jaar gepresenteerd. Nu laten we hier gelukkig het gedoe met koetsen en hoedjes achterwege,  maar in het verleden gold de kadernota als de troonrede voor Veenendaal. Die kwalificatie verdiend deze kadernota niet. .



In het raadsprogramma, waar ook GroenLinks voor heeft gestemd, worden richtingen uitgezet waarvan je nu, in het tweede jaar van dit college zou verwachten dat die nadere invulling zouden krijgen. Die verwachting is met deze kadernota niet uitgekomen.

Nu is het ook lastig voor een lokale overheid om beleid te maken op basis van zwabberend regeringsbeleid. Het landelijke beleid beweegt zich als een auto met twee vechtende chauffeurs waarvan de een naar rechts en de ander rechtdoor wil, en de koers wordt bepaald door degene die tijdelijk het stuurwiel weet te veroveren. Het stoort ons echter dat het college van B&W van Veenendaal daar geen eigen visie tegenover weet te stellen.



Toen in 2014 het nieuwe college aantrad zijn er ook afspraken gemaakt over een nieuwe bestuursstijl: het beleid moest voortaan in samenspraak met de gemeenteraad en betrokkenen buiten het gemeentehuis gemaakt worden. Misschien is het dan ook niet zo verwonderlijk dat er geen nieuws in de kadernota zit, alles is immers al uitgebreid met iedereen besproken.

GroenLinks had echter wel verwacht dat er duidelijke keuzes in de kadernota zouden worden gemaakt. Ook hadden wij verwacht dat het college de richting zou aangeven waarin naar hun mening Veenendaal zich de komende jaren moet ontwikkelen. Ook dat hebben we niet kunnen ontdekken.



De richting in de kadernota zal er op door de raad ingebracht moeten worden. Gezien het pakket aan moties en amendementen dat is aangekondigd zie ik dat vandaag ook wel gebeuren. Als het mij is toegestaan als kleinste fractie om wat te zeggen over het functioneren van deze raad, moet ik zeggen dat er hier een andere raad zit dan waarin ik vijf jaar geleden werd opgenomen. Het zelfbewustzijn van deze raad is duidelijk toegenomen, en daarmee ook het besef dat hier de politieke koers van Veenendaal zal moeten worden bepaald. Dat de politieke verschillen daarmee soms nadrukkelijker naar voren komen, maakt het alleen maar interessanter.



In het afgelopen jaar heeft GroenLinks geprobeerd om Veenendaal op een groenere koers te krijgen. Zo is op initiatief van GroenLinks afgesproken dat Veenendaal in 2035 energieneutraal moet zijn en zijn er duidelijke afspraken gemaakt over wat groen nu eigenlijk betekent in bestemmingsplannen. Ook deze kadernota zal GroenLinks aangrijpen om Veenendaal groener, vooruitstrevender en vrolijker te maken.



In zeer nauwe samenwerking met D66 en het CDA hebben we een motie voorbereid die moet zorgen dat de duurzaamheidsambities die in het raadsakkoord zijn opgenomen concrete vorm krijgen. Ik denk dat het ook een bewijs is van het nieuwe zelfbewustzijn van de raad dat drie fracties elkaar gevonden hebben in hun streven naar een duurzamer Veenendaal.

Een voorstel dat misschien op wat minder medestanders zou kunnen rekenen is ons amendement om de OZB in Veenendaal naar het landelijk gemiddelde te tillen, naar ons idee moeten we eerst kijken naar wat de gemeente binnenkrijgt voordat we op noodzakelijke gemeentelijke uitgaven gaan beknibbelen. De lokale overheid heeft een functie in Veenendaal door, zorg te leveren, kunst en cultuur te stimuleren en het mogelijk te maken om het milieu zoveel mogelijk te sparen. Het aantal uren zorg inkrimpen omdat we graag de goedkoopste gemeente voor huiseigenaren in de provincie willen blijven is wat GroenLinks betreft een gotspe.



De gemeente heeft wat ons betreft ook een stimulerende rol in de lokale economie. Nu de landelijke economie wat lijkt aan te trekken, het aantal nieuw opgerichte bedrijven spectaculair stijgt, zou de gemeente haar rol moeten pakken als stimulator en facilitator van de economie. Een bedrijfsverzamelgebouw waar nieuwe en kleine ondernemers hun plaats kunnen vinden, helpt niet alleen die bedrijven maar ook Veenendaal, met werkgelegenheid en nieuwe ideeen.



Het aantal inentingen tegen gevaarlijke veel voorkomende ziekten daalt in Veenendaal. Er zijn een veelheid van redenen voor ouders om hun kinderen niet in te laten enten, we willen niet in de vrijheid van ouders om hun keuzes te maken treden, maar we willen wel dat de gemeente haar rol pakt wat betreft de voorlichting over inentingen. De gemeente heeft een unieke positie in het zorglandschap in Veenendaal en zou die moeten gebruiken. Daarover zullen wij ook een motie indienen.



Het is gebruikelijk dat de kleinste fractie zich het recht toeeigent om de raad en het college een zegewens toe te voegen. Nu ben ik lang niet zo creatief in dat soort dingen als Dhr. Breur, dus ik zal me ervan af maken met een citaat dat ik onlangs tegenkwam. Mark Twain zei ooit: Het geheim van vooruitkomen is beginnen.