In december 2010 heeft de gemeenteraad, zeer tegen de zin van GroenLinks, besloten om de westzijde van de Groeneveldselaan open te stellen voor vestiging van zgn Perifere Detailhandel, zoals meubelwinkels en sportzaken. Wij waren in december tegen omdat verschillende onderzoeken hadden aangetoond dat de markt voor dat soort winkels verzadigd is. Nu lagen onlangs in de raadscommissie ruimtelijke ontwikkeling van 30 mei de ruimtelijke- en programmatische kaders ter bespreking voor.
In die vergadering vond een inmiddels bekend schouwspel plaats. De eigenaren van de oostzijde van de Groeneveldselaan en de eigenaren van de westzijde van de Groeneveldselaan spraken beiden in. Daar hielden zij voor de derde maal hetzelfde verhaal.
De eigenaren van de oostzijde, de huidige meubelboulevard, herhaalden nog eens dat zij geen ruimte zagen voor uitbreiding van van het winkeloppervlak voor meubels en witgoed en dat zij onevenredig getroffen zouden worden als de plannen doorgaan.
De eigenaren van de westzijde, zagen dat vanzelfsprekend totaal anders. Met zoveel aanbod op 1 plaats zouden de klanten vanzelf wel komen en het risico dat winkelruimte leeg zou blijven staan was voor hen en niet voor de gemeente.
De gemeenteraad moet letten op het belang van alle Veense ondernemers. De markt voor meubelzaken is verzadigd en uit landelijke onderzoeken blijkt dat die de komende jaren alleen maar zal krimpen. Bouwen voor de leegstand is een slecht idee. In het beste geval kanibaliseert de nieuwe meubelboulevard op de oude of op winkels in het centrum, waar momenteel ook nog genoeg winkelruimte vrij is.
Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Er moet een andere oplossing worden bedacht voor dit gebied. Wonen of nog beter een combinatie van wonen en werken is een van de oplossingen die wat GroenLinks betreft niet voldoende zijn onderzocht.