Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal – in ambtenarenjargon WERV geheten – werken sinds 2002 samen. In de afgelopen raadsvergadering werd gesproken over de voortzetting van deze samenwerking. Voor GroenLinks was de hamvraag is of deze samenwerking resultaten heeft gebracht of zal gaan brengen. GroenLinks was als enige kritisch en zwom tegen de stroom in.
Doelen niet bereikt
Vooraf gestelde doelen zijn na 6 jaar aanmodderen in WERV-verband niet waargemaakt. Er is nog steeds geen rondje WERV per Openbaar Vervoer. Het WERV-landschapsontwikkelings- plan zou het behoud van het Binnenveld waarborgen. Ook dit blijkt met de woningbouwideeën van het college een loze belofte te zijn. De openstelling van de woningmarkt van de vier WERV-gemeenten zou soulaas bieden voor de verstopte woningmarkt van Veenendaal. De wachtlijsten zijn alleen maar opgelopen. Ook een meerdaags cultureel of sportief evenement is er na vijf jaar nog steeds niet; wel zijn we de promotioneel belangrijke wielerkoers Veenendaal-Veenendaal kwijt en heet deze nu Food Valley Classic. En zelfs m.b.t. iets relatiefs eenvoudig als de afsluiting van het Pakhuisviaduct blijkt dat Ede en Veenendaal ieder gewoon hun eigen koers varen. Niet echt een schoolvoorbeeld van WERV-samenwerking.
In de evaluatie verschuilt men zich achter Provincies, OV-consessiehouders, politie etc. die een andere regio-indeling hanteren, waardoor het voor WERV lastig is invloed uit te oefenen op woningbouwprogramma’s, subsidieaanvragen, openbaar vervoer etc. Moet dan niet juist de les zijn dat WERV juist géén regio is?
En de plannen voor de toekomst? Hernieuwde aandacht voor de gezondheidszorg. WERV heeft hier al vijf jaar de kans voor gehad, maar Veenendaal is inmiddels de gezondheidszorg ’s avonds en in het weekend helemaal kwijt. Ook wordt het milieu een speerpunt. Alleen is men vergeten hier ook maar één euro voor uit te trekken.
Kortom, WERV is een papieren tijger, géén natuurlijk samenwerkingsverband, een bestuurlijke constructie zonder democratische legitimatie en afbrokkelend draagvlak bij de collegagemeenten. Het is geen bestuurlijke lobby, maar een bestuurlijke hobby.