Telkens op het eind van het jaar klopt ons hart vol verwachting. Niet vanwege sinterklaas, maar omdat het mogelijke verdwijnen van het chemische bedrijf Lantor weer op de agenda staat.

Lantor is een bedrijf met een Indiase basis. Uit eigen ervaring weet Jurgen Hillaert inmiddels dat onderhandelen met Indiërs een langdurige zaak kan zijn. Alleen al over het onderhandelen over een ritje met de TukTuk kun je zo een half uur zoet zijn. En als je er dan denkt uit te zijn, blijkt aan het eind van de rit dat de TukTuk-driver geen wisselgeld zegt te hebben en je dus alsnog het volle pond betaalt.

Deze Tuk-Tuk-onderhandelingsstrategie herken je ook bij het onderhandelingsproces met de Lantor-eigenaren. Vorig jaar rond deze tijd zat de gemeenteraad ook bij elkaar over Lantor. Toen kwamen de collegepartijen met een amendement om deelonteigening in gang te zetten. De oppositie zat op de lijn van het college en vond dit geen heilzame weg. Een deelonteigening loopt onherroepelijk uit op een volledige onteigening. Een beetje vergelijkbaar met het wisselgeld dat de TukTuk-chauffeur als puntje bij paaltje komt toch niet lijkt te hebben en je dus alsnog het volle pond betaalt.

In India draait het om relaties. Met minnelijk overleg kun je zelfs soms een gratis TukTuk-rit krijgen. Alleen moet je dan wel bereid zijn even een stop te maken bij de broer van de chauffeur die een tapijtenfabriek blijkt te hebben. De procedure voor deelonteigening is inmiddels opgestart. Hoeveel tussenstops we onderweg nog zullen hebben valt moeilijk te voorspellen, maar met de TukTuk die GroenLinks het college donderdag symbolisch overhandigde was portefeuillehouder Sanders blij. Het zou hem helpen scherp te blijven.