Dit is de belangrijkste conclusie die GroenLinks raadslid Kees Oskam trok tijdens de  levendige thema bijeenkomst “Zorgen voor onze Jeugd” van afgelopen vrijdagavond 20 juni georganiseerd door GroenLinks Veenendaal aan de Fluiterstraat.

De deelnemers, een evenwichtige mix van mensen uit het jeugdzorgveld en politiek

kwamen bijeen om te luisteren naar Mariëtte Pennarts, GroenLinks gedeputeerde in de provincie Utrecht en verantwoordelijk voor  het in goede banen leiden van de overgang van de jeugdzorg naar de gemeentes, de “kunst van het het loslaten” zoals zij dit benoemde. Zij betoogde dat de overgang van de jeugdzorg naar de gemeente met het motto één kind, één gezin, één plan (één regisseur), betere kansen biedt met minder bureaucratie. Door kortere lijnen, beter onderkennen van woonsituatie,eigen kracht en zelfredzaamheid.

Provincie Utrecht is hierin voorloper en geldt als voorbeeld voor de rest van Nederland. Ook dreigen er geen grote ontslaggolven zoals in andere provincies.

Wel overziet zij problemen: er is alleen sprake van transitie nog niet van transformatie en hierbij is overgangstermijn van 1 jaar waarin alle lopende zaken worden gegarandeerd, tekort en zou verlengd moeten worden met twee jaar.

 

De discussie  spitste zich toe op hoe dicht de Veense Raad op de inhoud en kwaliteit moet zitten en met name op kaders en de samenstelling van de jeugdteams, hoe de kwaliteit van deze teams te monitoren. Dreigt er een gevaar dat er verschillende teams langs elkaar heen gaan werken. Gaat er voldoende interactie plaatsvinden tussen de wijkteams (in zorg en welzijn) en de jeugdteams? Bureau Jeugd en Gezin zal snel moeten onderkennen welke gezinnen/jongeren zich niet of onvoldoende met eigen kracht kunnen redden. Tenslotte wordt onderkend dat voor het onderwijs (zoals het schooluitval) de decentralisatie naar de gemeente een winstpunt is.