In december 2006 deed GroenLinks (tevergeefs) in de gemeenteraad een oproep om ook spelregels voor de ondergrond te maken door een beleidsnotitie ondergronds bouwen op te stellen. Argumenten van ons hiervoor waren de nieuwe wet Wro en het steeds vaker gebruik maken van de ondergrond. Dat gebeurt omdat er simpelweg boven de grond te weinig ruimte is.

Omdat ondergronds bouwen soms problemen oplevert voor de panden ernaast (scheuren in de muren bijvoorbeeld) is het goed hier regels voor op te stellen. Daarnaast willen we voorkomen dat in gebieden met een hoge grondwaterstand, lukraak ondergronds gebouwd wordt, met als gevolg verdroging van het kwelgebied.

Lange adem

De uitdrukking ‘wat de boer niet kent dat vreet ie niet’ was hier ook van toepassing. We kregen in 2006 geen meerderheid aan onze zijde en ook wethouder Sanders (PvdA) had er duidelijk geen behoefte aan.
We zijn een jaar later en inmiddels is ook binnen de gemeentelijke organisatie doorgedrongen dat deze wel degelijk ‘iets’ moet doen met het beschrijven van de ondergrond. Al is het alleen al voor die wet Wro, welke op 1 juli 2008 in gaat. De gemeente is dan verantwoordelijk voor wat er gebeurt zowel boven- als onder het maaiveld. Een eerste aanzet is het opnemen van een artikel ondergronds bouwen in de nieuwe bestemmingsplannen.

We noteren 2008: het jaar waarin de gemeenteraad de structuurvisie zal bespreken. Wethouder Sanders heeft inmiddels aan ons toegezegd dat in deze visie opgenomen gaat worden hoe we met ondergronds bouwen omgaan. Ofwel: waar mag het en wat mag er precies.

Soms moet je in de politiek een lange adem hebben.