In de raadsvergadering van 1 november stond het onderwerp ‘AED’s’ op de agenda. Een AED (automatisch externe defibrillator) kan ingezet worden om iemand met een hartstilstand te redden. Het voorstel was om € 32.000 uit de algemene reserve te halen en daarvoor instellingen en verenigingen (buitensportverenigingen, kerken, theater etc.) in Veenendaal de mogelijkheid te geven om een AED aan te schaffen met een 30%-bijdrage van de gemeente. Door met zijn allen tegelijk in te kopen via de gemeente is kwantumkorting mogelijk.
Hartstikke sympathiek plan uiteraard en iets waar je bij voorbaat eigenlijk geen ‘nee’ tegen kunt zeggen. Toch had GroenLinks - en ook andere partijen - een aantal vraagtekens bij dit onderwerp. Instellingen en verenigingen, die zelf mensen bij elkaar brengen, hebben natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid, maar het is uiteraard niet verkeerd als de overheid de voortrekkersrol op te pakken om goede voorzieningen (zoals o.a. de AED) mogelijk te maken. Daarnaast vindt GroenLinks dat de gemeente zelf actief moet zorgen voor dergelijke voorzieningen op plaatsen waar ook veel mensen samen komen zonder verantwoordelijke organisatie (denk aan de warenmarkten of winkelcentra).
In het voorstel was geheel onduidelijk of er wel animo zou zijn bij de instellingen voor de aanschaf van een AED. Dat is namelijk niet onderzocht! En waarop was die 30%-bijdrage van de gemeente nou gebaseerd? Draagkracht? Eigen verantwoordelijkheid? Geen antwoord.
De eisen die de gemeente daarnaast in ruil voor de bijdrage stelt zijn zo hoog dat instellingen hiermee mogelijk helemaal niet in staat gesteld worden om over te gaan tot deze aanschaf. Ze moeten nl. zelf zorgen voor cursussen van personeel, afschrijvingen regelen en hiermee verplicht weer een nieuwe vervangende AED aanschaffen in de toekomst (en dan dus zonder korting en bijdrage). Allemaal wel goede eisen, maar welke (kleine, en vaak niet draagkrachtige) organisatie kan dit waarmaken?
Uiteraard ging iedereen – met de nodige opmerkingen – akkoord met het voorstel. Na de evaluatie over een jaar zullen we bekijken hoe we dit sympathieke voorstel kunnen bijschaven.